zaterdag 9 september 2023

Waar zijn Den Haag en Hilversum mee bezig betreffende Oekraïne???

Stuk van Jan Bennink (Superjan), dat wij maar vertalen met: Waar zijn Den Haag en Hilversum nou eigenlijk mee bezig??? Eén ding is wel duidelijk, de Banksters, de kick-back-ontvangers, JP Morgan-Chase, de strijkstokken, de wapenindustrie en the FED zijn dolgelukkig met de sluwe Rutte's, de listige Breukelmansen, de met staatsgeld volgevreten Sven Kockelmansen en voorlezers als de slappe Jeroen Overbeeken.

*************************************************************


Je kunt niet wegkijken bij de dood van een half miljoen jongens en verwachten dat je zelf de dans ontspringt.

Het offer van Abraham. Rembrandt.

война на небесах есть 

Er is oorlog in de hemel (vertaling: Blik op NOS-journaal)

но битва ведется здесь!

Maar de slag wordt hier gevoerd!

Поле боя? Земля.

Het strijdveld? Aarde.

Ставка? наши души.

Op het spel staan? Onze zielen

********************************************************************

Waar hebben we ons de afgelopen tijd druk om gemaakt in Nederland?

Het leed van slakjes met wrakke huisjes, pimpelmeesjes die door hun pootjes dreigen te zakken, wormen in ademnood. 

Er werd in onze Tweede kamer getreurd om iedere geleedpotige, iedere ongewervelde in onze van tranen doorweekte blubberpolder. Wee de piepende, kruipende en slijmspoortrekkende “slachtoffertjes” van een door cynische machtsgoochelaars tevoorschijn getoverde klimaatramp.

In de tussentijd worden in Oost Oekraïne honderduizenden jongens door de vleesmolens getrokken. 

Om hen moet de allereerste Nederlandse traan nog gelaten worden. 

Terwijl onze volksvertegenwoordigers, zich druk maken over “stikstof”, laten wij ontelbare jongens letterlijk stikken. Sterker nog, we drukken de met bloed doordrenkte kussens nog wat harder over hun mond en neus. 

Terwijl zij in Oekraïense provinciesteden door potige beulen van de straat worden getrokken en in ongemarkeerde busjes worden gesleurd, om als kanonnenvlees naar het front te worden getrapt, vrijwel zonder training of materiaal, spekken onze westerse leiders grijnzend en handenwrijvend de corrupte slagers en de directeuren van de slachterij in afwachting van hun dealtjes en kick backs. 

De macabere stand, als ik door mijn vochtige oogharen kijk, staat nu op zo’n 500.000 dode jongens. Alleen aan Oekraïense kant.

Een half miljoen dode of zwaar verminkte mannen, vaders. zonen en broers. Daar komen zo’n 40.000 Russische jongens bij. Jongens die hun broeders, familie en vrienden hadden moeten zijn. 

Jongens die aan beider kanten van het front door hun moeder liefkozend Volodja, Dima of Mischa werden genoemd.

Meer dan een half miljoen dode jongens en mannen. Gillend om hun moeder in een modderig strontgat, terwijl ze naar hun been zoeken dat er net nog was. 

500.000 jongens langzaam leegbloedend, met uitzicht op een geëxplodeerde Challenger II of Leopard Wunderwaffe, die ondanks alle mooie folders geen wonderen voor hen kon verrichtten. 

Kun jij het je eigenlijk voorstellen? 

Kun jij je indenken wat wij, ja wij, eigenlijk financieren? Waar wij aan meewerken? Waar wij al onze wapens, Man Pads, Patriot-raketten en opgelapte F16 straaljagers, die 42 doodskisten, voor inleveren? Welk hellevuur wij keer op keer oppoken met ons belastinggeld?

Misschien wordt het wat duidelijker als ik vertel dat er 800.000 jonge mannen tussen de 18 en 25 in Nederland wonen. 

Stel je nu eens voor dat bijna driekwart daarvan, vandaag, dood zou vallen of verder moet leven zonder benen, ballen of armen. 

Ik heb één zo’n jongen en huil bij het idee alleen.

De Russische reality dichter Joe Steel verwoordde het al zo treffend. 

Смерть одного человека — трагедия, смерть миллионов — статистика.

500.000 Oekraïense jongens en mannen, gestorven voor bankiers, oligarchen, BlackRock, State Street, de Biden kliek en tuig als Blinkin; de strontzak die vorige week de nagedachtenis van deze jongens nog vertrappelde onder zijn lakschoenen, door uitgerekend op een gloednieuwe mega-begraafplaats in Berkovetske, te mispelen dat het zo verdomd lekker loopt aan het front. 

500.000 “jongens” die steeds vaker kleinkinderen en opa’s zijn of gehandicapten met epilepsie of een bochel. 

Steeds vaker “jongens” die eigenlijk vrouwen, bejaarden of kinderen zijn. 

De Oekraïense mannen zijn binnenkort eenvoudig op. 

Zo “op”, dat de laatsten van hen nu worden opgespoord en achtervolgd tot in West Europa en bedreigd met vervolging als ze zich niet subiet melden voor een wisse dood aan het front.

Die Oekraïense jongens in Nederland…

…zouden ze beseffen waar ze precies naartoe zijn gevlucht? Een land dat collectief een stijve nek krijgt van het wegkijken, zodra ook zij zullen worden afgevoerd in geblindeerde bussen? Zoals Anne Frank 80 jaar geleden?

500.000 dode jongens. Nu al. Helden zijn het zeker, dode zielen in de traditie van Gogol.

Ze gaven hun ledematen en hun levens. Maar voor wat? 

Zijn het niet de helden van ons persbericht?

Is het niet zo ziek en zo gruwelijk cynisch?  

Zijn zij niet de helden van de schone schijn, van ons goede gevoel. Onze propagandadroom? 

De helden die met hun bloed en ingewanden, zorgen dat de Westerse media tegen alle klippen op, ronkende koppen kunnen blijven schrijven over het succes van een in werkelijkheid rampzalige verlopende oorlog?

Helden die zorgen dat NRC kan blijven schrijven dat met de “inname” van Rabotyno -een buurtschapje met één stenen gebouw en een verdwaalde manke straathond als laatste inwoner-  een zware slag is toegebracht aan het Russische leger. En dat de zee van Azov nu wel heel dichtbij komt?

Rabotyno. De zoveelste Kessel, de zoveelste draaikolk van botten en schedels op zo’n 2668 kilometer van Den Haag. Een vlekje in Zaporizja Oblast. waar, om de glorieuze overwinning te behalen, 90% van de elitetroepen van Oekraine, hun levens zullen verliezen, zoals de Telegraaf vermeldde alsof het over bromvliegen gaat. 

Elitetroepen waar Nederland collectief zijn schouders voor ophaalt, helden die door hun offer zorgen dat Radio1 kan schrijven dat “Oekraine bezig is aan opmars” En “dat de Russen proberen vast te houden wat ze hebben.” 

Dat die “opmars”, minuscuul, tijdelijk en irrelevant voor het verdere verloop van de oorlog is, vertellen ze er niet bij of in de laatste alinea, op spuugafstand van de triomfantelijke NPO propagandakop.

Laat ik het keihard stellen. Ik vind dat iedereen die meedoet aan dit horrorsprookje, liters bloed aan de gemanicuurde handen heeft. 

Zij maken zich schuldig aan het opfluffen van de hel. Het strooien van kilo’s zand in de verdwaasde westerse ogen, zodat de meatgrinder door kan blijven malen to de allerlaatste Oekraïense jongen is verpulverd. 

En houdt het daar op? 

Zou het beest tevreden zijn als de laatste Oekraïense held of heldin de laatste adem uitblaast? 

Beseffen we dan niet dat wij in diezelfde draaikolk zitten en langzaam, bijna ongemerkt naar het zwarte gat toe drijven, in steeds kleinere kringetjes?

Zou de olijfgroene Moloch voldaan zijn, zodra de hele bevolking van Oekraïne is geofferd? Of zou het juist extra honger hebben gekregen. 

Honger naar meer. 

Honger naar Sterre en Albert Jan?

Honger naar onze eigen zonen en dochters “die toch ook voor onze vrijheid zouden moeten vechten in Oekraïne, dat al zoveel offers bracht voor ons.”

Een duivels mantra dat zeker gaat komen.

Gaan wij de prijs voor onze lafheid en onze onverschilligheid betalen met het bloed van onze eigen lievelingen?

Waarom zouden Oekraïense helden voor onze vrijheid moeten sterven? En zouden wij dat weigeren? 

Het zieke is dat ik het antwoord op die vraag niet weet, in deze morbide post realistische schijnwerkelijkheid waarin alles verdraaid en verwrongen is.

Wie zegt dat wij niet al traag maar onstuitbaar mee glijden op de glibberige glijbaan in de speeltuin des doods die “Dit is ook onze oorlog” heet?

Het is hoog tijd dat wij beseffen wat er werkelijk gebeurt in de gigantische Oost Oekraïense biomassa centrale, voor we zelf bij kop en kont worden gepakt en hetzelfde vagevuur in worden gesmeten.

Hoog tijd voor een nieuwe, zeer luidruchtige, vredesbeweging.  Maar vooralsnog blijft het, op Thierry Baudet, Joost Niemoller en enkele andere roependen in de woestijn na, angstig stil.

Het was vreselijk om dit stuk te schrijven. Maar het moest. Wil je mijn werk ondersteunen, dan kan dat hier.

1 opmerking: